Hoe is een webadres opgebouwd
Deel 2 over de anatomie van een webadres. Heb je deel 1 van de anatomie van een webadres al gelezen over url, webadres, domeinnaam, ip-adres en dns?
Een webadres kan er als volgt uitzien. Ik behandel in zowel deel 1 als deel 2 de verschillende elementen van een webadres.
https://<subdomein>.<domein>.<domeinextensie>/<subdirectory>/<bestandsnaam> #target interne link
bijv. https://google-deskundige.nl/betekenissen/wat-is-subdomein-subdirectory/#domeinextensie
Wat is een subdomein?
Een subdomein komt voor je domeinnaam. Het ziet er zo uit:
https://subdomein.domeinnaam.extensie/.
Let op dat een aantal subdomeinnamen niet kunnen. Deze zijn vergeven voor andere zaken: mail, ftp, cpanel, whm, webmail en webdisk
Een subdomein kan fungeren als zelfstandige website of als onderdeel van de gehele website. Hoewel je een subdomein niet zo vaak tegenkomt zijn er drie uitzondering die ik dan ook hier benoem:
- Het gebruik van www. (World Wide Web) vindt nog veel plaats. Toch is ook dit een subdomein. Over het algemeen is deze sowieso in gebruik; hetzij direct, hetzij indirect. Over het algemeen heb je als site zowel met als zonder www in gebruik, maar laat je de ene naar de andere doorlinken als redirect. Toets je bijvoorbeeld domeinnaam.extensie in ga je naar dat adres of deze linkt dan door naar de www-versie, zijnde www.domeinnaam.extensie of vice versa.
- Bij een internationale site wordt een andere taal van de website vaak op een subdomein gezet. bijv.nl.domeinnaam.com of de.domeinnaam.com. Bij het gebruik van verschillende talen op een website wordt dit vaak aangegeven door een hreflang attribute op te nemen in de desbetreffende head van de website.
- Een website bestaat qua layout niet uit 1 layout, maar uit verscheidene layouts. Die verscheidenheid van layouts komt dan voort uit de verschillende apparaten waarop een website bekeken wordt met daaraan gekoppeld afwijkende afmetingen. Je wilt in ieder geval een goede beleving creeren voor de gebruiker van je website voor alle apparaten en dus maak je je website mobiel-vriendelijk. Dat kan door de content op één pagina mobielvriendelijk aan te bieden (verreweg het meest gebruikt en het verstandigste voor je SEO), het kan door een aparte pagina aan te maken voor je website voor mobiele apparaten. Als dat laatste gebeurd zie je vaak mobi.domeinnaam.extentie.
Vroeger kwam je het subdomein vaker tegen. Met name bij gratis websites. Een subdomein kost namelijk niets extra qua registratie. Het gebruik van subdomeinen wordt overigens niet altijd aangeboden bij je hostingprovider. Redenen waarom het gebruik van subdomeinen niet altijd wordt toegestaan zijn:
- Het vereist mogelijk meer installaties van hulpprogramma’s. Dit kan extra licentiekosten betekenen alsook mogelijk extra werk voor de hostingprovider.
- Wanneer je de subdomeinen gaat gebruiken voor aparte websites, verkopen ze je liever een extra website
- Een extra website betekent meer opslag en meer verkeer. Dat moet ergens vandaan komen. Laat je dit allemaal binnen 1 hostingspakket vallen, dan kunnen alle website op dat hostingpakket op een gegeven moment last krijgen van een andere website (shared hosting). Als hostingpartij wil je dat graag wat in de grip kunnen houden, want als dat ergens mis loopt kijkt met naar de webhoster.
Is een subdomein goed of slecht voor de SEO van mijn website / webshop?
SEO staat voor Search Engine Optimization , oftewel het behalen van een goede positie in de zoekmachine van Google of een andere zoekmachine.
JXR SEM raadt het gebruik van subdomeinen af voor je SEO en voor je User Experience.
Je kunt een subdomein op twee manieren inzetten. Ten eerste als structurering van je website / webshop. Ten tweede voor het hosten van een extra site.
- Waarom kun je een subdomein beter niet gebruiken voor het structureren van je website / webshop?
SEO:Google weet dat er op een subdomein een aparte site gehost kan worden. Google zal in eerste instantie een subdomein dan ook als zodanig interpreteren. Je zult dus aan Google moeten doorgeven (via search console en via sitemap) dat je site met subdomeinen, één site is.
User Experience:Mensen zijn ondertussen niet meer gewend aan het gebruik van subdomeinen. Het wordt daarom slechter onthouden en slechter vertrouwd.
Wat is een goed alternatief voor subdomein ten behoeve van structureren website / webshop. Je kunt je site ook structureren door het gebruik van subdirectories (zie verder), doe dat dus liever in dit geval. Een subdirectory kan als zoekwoord worden meegenomen door Google, bij een subdomein weten we dat eigenlijk niet zeker. - Waarom kun je beter geen aparte sites hosten op een subdomein?
SEO:. Qua SEO is hier niet echt een belemmering voor. Google beschouwt een subdomein toch al automatisch als een aparte site, dus dat moet jij dat ook doen als je een aparte site zet op een subdomein. Echter, het kan wel indirect slecht zijn voor je SEO (zie hieronder bij User Experience).
User Experience: Hier zit wel een probleem. Mensen zijn subdomeinen niet echt gewend (meer). Op het moment dat jij zegt: mijn webadres is naambedrijf.overkoepelende_naam.nl wordt meestal maximaal onthouden; blablabla.overkoepelende_naam.nl waarbij je die persoon kwijt bent aan het webadres via de overkoepelende naam.
Dat kan dan enerzijds weer resulteren in een bounce voor het overkoepelende webadres en voor een potentiële klant die gaat zoeken op Google en bij een concullega terechtkomt.
Een ander issue kan zijn dat de resources (opslag en verkeer van data) allemaal lopen via 1 pakket waardoor je site trager wordt. Enerzijds kan een tragere site leiden tot meer uitval van bezoekers die het allemaal te traag vinden. Anderzijds is een tragere site slecht voor je SEO.
Wat is een alternatief voor het gebruik van een subdomein voor een extra website?Een extra domeinnaam + hostingpakket is tegenwoordig niet zo duur meer. Bespaar je de ellende en neem dus gelijk voor je aparte sites een aparte hostingpakket + domeinnaam af. Dat kan bijvoorbeeld op gemakkelijk-starten.nl.
Uitgebreidere artikel over subdomein versus subdirectory in het Engels. Opent op nieuw tabblad.
Wat is een domeinextensie / extensie?
Een domeinextensie staat achter je domeinnaam. Een domeinextensie komt in twee soorten:
- country code top level domain (ccTLD)
Deze extensies verwijzen naar landen (bijvoorbeeld .nl voor Nederland, .be voor België of .de voor Duitsland). ccTLD’s worden ook wel landenextensies genoemd.
Voor Google is een landenextensie een sterke aanwijzing om te bepalen op welk land een website zich richt. Voor dat land zal een website vaak hoger in de zoekresultaten verschijnen dan een vergelijkbare website met een andere extensie. Het kiezen van de extensie die hoort bij het land waar je je op richt, wordt geotargeting genoemd. - generic top level domain (gTLD)
gTLD’s zijn eigenlijk alle extensies die geen landenextensie zijn. Dat geldt dus ook voor regionale extensies als bijv. .amsterdam alsook voor thematische extensies als bijv. .pizza.
Deze gTLD’s worden door Google allemaal gelijk behandeld, zodat een website met de extensie .com geen voor- of nadeel heeft vergeleken met een website met de extensie .org. Overigens kun je Google wel aangeven dat je je met je website richt op een specifiek land. Dan geldt qua SEO de situatie als bij een ccTLD.
Wat is een subdirectory / submap / subfolder?
Een subdirectory wordt ook wel een submap of subfolder genoemd. Het is een groepering van je content dat is doorgevoerd in je webadres.
De meeste websites zijn opgebouwd met subdirectories. Een subdirectory kun je ook verder groeperen via sub-subdirectories. Je kunt zo diep gaan als je wilt, maar hoe verder je van het domein afgaat, des te minder effect heeft het voor je SEO. Mogelijk dat het zelfs op een gegeven moment als minder User Friendly wordt gewaardeerd en dat het daarmee tegen je gaat werken.
Zo ziet het er uit: https://www.domeinnaam.extensie/subdirectory/sub-subdirectory/bestand
Hebben wij het in online marketing over url-structuur, dan hebben wij het met name over de juiste toepassing van subdirectories. Een subdirectory helpt Google duidelijk maken hoe alles bij elkaar past.
Bij voorkeur volgt de url-structuur je menustructuur. Zowel url-structuur als menu-structuur vloeien weer voort uit je marktonderzoek – keyword analyse.
Bijv.:
Het webadres https:// google-deskundige.nl/betekenissen/website-webstek-webpagina-webpage/
komt overeen met mijn menu-structuur. Je gaat vanaf de navigatie naar betekenissen en daar kies je voor het woord / woordengroep waarvan je de betekenis wilt weten.
Heel herkenbaar dus. Je bezoeker kan het laatste woord van het adres halen en bij de bovenliggende laag terechtkomen. Dat is dus een goede User Experience.
Ook voor de webbeheerder die content plaatst / bijhoudt, is het gemakkelijk.
Wat is een bestandsnaam?
Het laatste element van de website is je bestandsnaam. Van hieruit wordt de desbetreffende pagina opgebouwd. Meestal zie je hier 3 mogelijkheden
- Een bestand bestaat uit twee delen naam.bestand-extentie. De naam die je het bestand hebt meegegeven. bijv. artikel
De bestand-extensie komt voort uit het programma waarin het bestand is gemaakt. Veelal is dat .php, of .html.
Het laatste gedeelte van je webadres eindigt dan bijvoorbeeld op artikel.php. - De bestands-extensie wordt niet altijd weergegeven wanneer het een pagina is. In plaats daarvan zie je dan een ,/’. bijvoorbeeld …/artikel/
- Media dat is weergegeven op een aparte url. bijvoorbeeld plaatjes (.jpg, .png etc.), of tekst (.txt), of een pdf (.pdf)
Wat is een target interne link?
Het kan zijn dat je links maakt op je pagina’s die je wilt laten verwijzen naar een specifiek stuk op je webpagina. Door een interne link te maken met een target naar dat specifieke gedeelte, komt je bezoeker gelijk terecht bij dat tekstgedeelte waarnaar jij met die link naar wilt verwijzen in plaats van bovenaan de pagina.
In mijn index woordenlijst, maak ik daar veelvuldig gebruik van. Als je namelijk iets wilt lezen over hoe bijvoorbeeld een webadres is vormgegeven, dan ontkom ik er niet aan om bijvoorbeeld
Hoe maak je een target voor je interne link?
Vroeger maakte je een <name=”target”> aan, maar dat werkt niet meer. Nu moet je daar een foefje voor gebruiken. In plaats van <name=”target”> maak je nu een div aan waarnaar je verwijst en die je ook weer afsluit: <div id=”target”></divt>.
In verband met uitlijning kun je die beter wat boven de tekst zetten van waar je wilt zijn.
Wat kun je nog meer zien aan het einde van je webadres?
Wat je nog meer kunt zien aan het einde van je webadres laat zich niet zo gemakkelijk zien in dit verband. Dat is namelijk maar net afhankelijk van hoe één en ander is ingericht en waartoe het dient. Je moet hierbij denken aan:
- Dynamisch gegenereerde pagina’s door de website zelf. Dat zijn pagina’s die niet bestaan als zodanig, maar pagina’s die de website aanmaakt. Bijvoorbeeld na aanleiding van een zoekopdracht. Vaak kun je dan een vraagteken zien en de ingevoerde zoekopdracht in het webadres van die pagina.
- Trackingcodes voor bijvoorbeeld advertentiecampagnes. Door deze toe te voegen is gemakkelijker te volgen of een advertentiecampagne goed loopt.
- Een affiliate-id. Dit kan zowel uitgaand als binnenkomen zo zijn. Uitgaand betekent dat je een boel code ziet bij de link waarop je gaat klikken. Inkomend is dat wanneer je hebt geklikt op een affiliate-link je een uitgebreidere webadres ziet in de adresbalk van de nieuwe pagina.
Affiliate houdt in dat je als website-eigenaar als dank voor het aanbrengen van klanten een vergoeding krijgt van de website waarnaar je verwijst.